CD INFORMATION  
ROOTSVILLE CD REVIEW by witteMVS

TOMMY MC COY (US)
Triple Trouble

01. No Love without any Green
02. It's these Blues
03. Love 'N' Money
04. The Change is in
05. Money
06. Money (That's What I Want)
07. Broke…you're a Joke
08. Poverty
09. Con Man
10. She worships Money
11. Gimme a Little Sign
12. Ain't gonna take no Mo
13. Ace in the Hole

Een best geschikte compilatie van Tommy McCoy, gerealiseerd door Blues Avenue, vond zijn weg naar onze testbench. Tommy is een cleane gitarist, zoals ik hem noem, die nooit een vuige noot zal spelen, maar toch de bluesy tone weet te leggen in zijn songs, zelfs al speelt hij een southern rock nummer.

Tommy McCoy is afkomstig van Ohio. Op zijn achtste levensjaar nam hij een gitaar ter hand om ze nooit meer neer te leggen. Op zijn negende had hij zijn eerste schoolbandje. Zijn vroegste invloeden waren Chuck Berry, Bo Diddley, de drie Kings van de blues en Mike Bloomfield. Na tien jaar te hebben getoerd in Ohio was hij er de koude winters zat. Hij verhuisde naar Clearwater, Florida, waar hij een zaak van tweedehands platen opende. Daarnaast bleef hij actief in verschillende bands. In 1980 ontmoette hij Stevie Ray Vaughan en zij werden beste maatjes. In ’86 speelde hij gitaar op een album van Mark Hummel en toerde in het Zuiden met Johnny Thunder.

In 1990 vormde hij The Telephone Kings met drie ex-Greg Allman Band leden en ze namen één album op waarvan de meeste nummers door Tommy werden geschreven.

Bijna tien jaar later nam hij “Love ‘N’ Money” op met Chris Layton en Tommy Shannon. Daarvan staan er zes nummers op de huidige CD. De overige nummers zijn afkomstig van “Lay My Demons Down” met Lucky Peterson, “Angels Serenade” met Levon Helm en Garth Hudson en “Kickin the Blues” met Commander Cody. Zoals je ziet heeft onze Tommy aardig wat vriendjes.

Op “Triple Trouble” is de knalrode leidraad geld. De titels van de songs liegen er niet om. “No Love Without Any Green”, “Love ‘N’ Money”….. Dat neemt niet weg dat McCoy een degelijke song kan schrijven. Het zijn geen vehikels om zijn gitaarwerk te transporteren, al staat de gitaar natuurlijk centraal. Hij kan best nog een aardig mondje zingen in een timbre dat je niet meteen associeert met zijn lichaamsbouw.

De weinige covers die hij heeft ingelast, weet hij zorgvuldig te kiezen. Zo zet hij een mooie versie neer van Roger Water’s “Money”. Weinigen die dat aandurven. Niet dat hij het nummer direct een meerwaarde meegeeft, maar in het kader van het gegeven kon hij geen betere keuze maken. Zo ook met “Money (That’s What I Want)” dat eerlijk en heerlijk rockt, maar dat zijn definitieve versie al van The Beatles heeft meegekregen. Maar als je het met een wiellengte moet afleggen tegen kanjers van dit formaat is dat nog geen schande zou ik durven te stellen.

Kortom, dit is een mooi album van een gedegen songwriter, verdienstelijk zanger en verzorgd gitarist die van alle stijlen thuis is.

Alle medemuzikanten opsommen betekent een A4 kantje meer, daarom doe ik het niet.  Maar alles staat uitvoerig beschreven in de CD-booklet. Zoals steeds is deze issue ook qua artwork en artiest informatie weer piekfijn verzorgd door Blues Boulevard. Dat maakt de CD als naslagwerkje nog interessanter.

 

witteMVS

 

INFO ARTIST
my space
RECORD LABEL
BLUES BOULEVARD
(a subsidiary of Music Avenue)